Het Openbaar Ministerie (OM) eiste in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden tegen twee agenten die betrokken waren bij de aanhouding van Mitch Henriquez op 27 juni 2015 in het Haagse Zuiderpark. Wat het OM betreft maakten de agenten grote fouten tijdens de uitoefening van hun beroep en overschreden zij de grenzen aan het gebruik van hun geweldsmonopolie. Dat zij weer in uniform de straat op kunnen is volgens het OM niet uit te leggen. Daarom vorderden de advocaten-generaal in hoger beroep ook een ontzetting uit het ambt voor de duur van twee jaar.
Nader onderzoek
Het OM meent in hoger beroep anders dan in eerste aanleg, waar het acute stress syndroom als meest waarschijnlijke doodsoorzaak werd gezien, dat wel degelijk verband is tussen het door de agenten uitgeoefende geweld bij de aanhouding en het overlijden van Henriquez. In aanvulling op het reeds verrichte onderzoek werd in hoger beroep een deskundige gevraagd te rapporteren over de vraag na hoeveel tijd druk op de halsslagaders leidt tot onomkeerbare hersenschade.
Doodsoorzaak
De uitkomst van die rapportage wierp een ander licht op de zaak wanneer het gaat om de medische causaliteit. Ook de deskundigen die in eerste aanleg hebben gerapporteerd werden gevraagd nader te rapporteren; zij benoemen nu ook dat de nekklem een rol heeft gespeeld bij de doodsoorzaak. Volledig uitsluitsel over de doodsoorzaak kan echter niet worden gegeven. Conclusie is volgens het OM dat het geweld op de hals, de stresshypothese als gevolg van het geweld of een combinatie van beide oorzaak zijn voor het overlijden van Henriquez. Het OM meent dat dit leidt tot bewezenverklaring van medeplegen van mishandeling door beide agenten.
Impact
Op zitting werd stilgestaan bij de impact die de zaak op alle betrokkenen heeft. De advocaat-generaal: “Hoe doe je recht in een zaak als deze? Het spanningsveld tussen enerzijds het onherstelbare leed van de nabestaanden – hun Mitch komt niet meer terug – anderzijds de agenten die dit ook niet hebben gewild, in hun werk zijn geconfronteerd met een situatie waarin zij, achteraf bezien, liever niet in waren beland. Maar waarin zij wel fouten hebben gemaakt, wat tot gevolg had dat zij als verdachten werden bestempeld en werden vervolgd. Dan staat de wereld van een politieagent op zijn kop.” Gelet op het ernstige gevolg en de grote impact van de feiten meenden de advocaten-generaal in beginsel een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf gepast te vinden. Jurisprudentie van andere zaken waarin agenten zijn vervolgd en de bewezenverklaring wijzen echter op een lagere strafmaat.
Strafmaat
De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf op voor de duur van zes maanden. Het OM meent dat die straf niet volstaat. “Het vertrouwen in de politie is aangetast. De politie moet er zijn om je te beschermen en als er geweld wordt toegepast, moet dat uiterst zorgvuldig worden gedaan.” Daarbij verwijt de advocaat-generaal de agenten ook achteraf geen inzicht te hebben in hun handelen. Met de ontzetting uit het ambt hoopt het OM een duidelijk signaal af te geven waaruit blijkt dat op deze manier niet met het geweldsmonopolie mag worden omgegaan.
Het hof doet uitspraak op 19 juni 2019.