Het Openbaar Ministerie (OM) heeft celstraffen geëist tegen de twee broers die begin dit jaar een andere man zwaar mishandelden in Den Haag. Ook werd er gedreigd met een vuurwapen.
De mishandeling vond plaats op 10 januari dit jaar op de Trekweg in Den Haag. Het slachtoffer werd gewond naar het ziekenhuis vervoerd. De twee verdachten konden al vrij snel worden aangehouden.
Ruzie over geld
De aanleiding voor de mishandeling zou liggen bij ruzie over geld. Bij deze ruzie trok de 30-jarige verdachte een vuurwapen en zette dat op de borst van het slachtoffer. Toen haalde hij de trekker over. Dat er geen kogels in zaten, wist het slachtoffer niet.
De twee broers werkten het slachtoffer vervolgens naar de grond. De oudste broer ging bovenop hem zitten en drukte volgens getuigen het slachtoffer bij zijn schouders tegen de grond, zodat die geen kant meer op kon. Verweren kon hij zich ook niet meer, toen de jongste broer begon te schoppen.
Grote impact op slachtoffer en omstanders
Uit de verklaringen van de verdachten en getuigen blijkt hoe groot de impact moet zijn geweest op het slachtoffer en omstanders. ‘Ik heb hem overal getrapt, ook op zijn hoofd. Ik heb gewoon getrapt waar ik kon trappen.’, verklaarde een van de verdachten. ‘Hij bleef maar doorgaan met schoppen tegen het hoofd,’ vertelde een getuige. ‘Dat werd tot moes getrapt.’
Deze impact benadrukt de Officier van Justitie aan de rechtbank: ‘Het heftige geweld dat is gebruikt moet zeer beangstigend zijn geweest voor het slachtoffer. Maar ook op de omstanders had het grote impact.’
Noodweer
De verdachten zeggen dat ze het slachtoffer al langer kenden, dat er juist vanuit hem een dreiging uitging, dat ze werden afgeperst. Beide verdachten hebben zich daarom op noodweer(exces) beroepen. Toch is dat volgens het OM geen excuus: ‘Als de verdachten zich zo bedreigd voelden, hadden ze naar de politie moeten stappen,’ zei de officier van justitie. ‘Dit is niet de manier om het op te lossen.’
Dat er sprake was van een zodanige concrete dreiging dat de verdachten geweld mochten gebruikten is volgens de officier van justitie niet aannemelijk.
Strafeis
Het Openbaar Ministerie eiste tegen de 30-jarige verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden en een verplichte behandeling van zijn agressieproblematiek. Tegen de 33-jarige verdachte werd 20 maanden cel geëist.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.