Den Haag – De specialist ouderengeneeskunde die werd aangeklaagd, omdat deze onzorgvuldig gehandeld heeft bij een euthanasie op een demente patiënte, is ontslagen van alle rechtsvervolging. Dit oordeelde de rechtbank in Den Haag.
De patiënte had vrijwel direct na het vaststellen van dementie een euthanasieverklaring opgesteld. Toen zij in een erger stadium belandde, kwamen er wisselende mondelinge verklaringen. Na uitgebreid overleg met de familie en het inwinnen van adviezen van andere artsen, was er overgegaan tot euthanasie.
Het Openbaar Ministerie (OM) is van mening dat er onzorgvuldig was gehandeld en had de zaak aangespannen om duidelijkheid te creëren in de wet. Het OM eiste dat de rechtbank de arts schuldig moest bevinden van moord, maar zonder een straf op te leggen.
Gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen
Volgens de rechtbank is bewezen dat de arts het leven van de patiënte op haar uitdrukkelijk en ernstig verlangen heeft beëindigd. Ook heeft zij zich gehouden aan alle zorgvuldigheidseisen van de ‘Wet toezicht levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding’(Euthanasiewet).
De rechtbank is van oordeel dat de arts de actuele stervenswens niet hoefde te verifiëren. De patiënte was diep dement en volledig wilsonbekwaam. Het gebruik van premedicatie was besproken met de familie en diverse artsen, en was in dit geval niet onzorgvuldig. De rechtbank heeft dus kenbaar gemaakt dat er geen sprake is van een strafbaar feit.