Rotterdam – Hümeyra kreeg niet de bescherming die zij nodig had. Dat is de conclusie van een onderzoeksrapport na de moord op de 16-jarige Rotterdamse op 18 december 2018.
Lees ook: Meisje 16 overleden na schietpartij in school
De tiener werd in december in de fietsenstalling van haar school doodgeschoten door haar ex-vriend Bekir E.. Een versnipperde aanpak, het ontbreken van casusregie en een beperkte informatie-uitwisseling tussen de betrokken organisaties zorgden ervoor dat haar ex-vriend haar stelselmatig kon blijven lastigvallen.
Tekst loopt door onder video
Het rapport van de Inspectie van Justitie en Veiligheid naar de aanpak van de stalking van de 16-jarige Hümeyra legt hard en pijnlijk bloot dat zij niet de bescherming heeft gehad, die nodig was.
Reactie Rotterdamse politiechef Hans Vissers
‘We zijn tekort geschoten in de aanpak van de stalking van Hümeyra en dat spijt ons zeer. Het verdriet om het verlies van Hümeyra is voor de ouders, hun naasten en vrienden in geen woorden uit te drukken. Hümeyra vroeg veelvuldig om hulp en bescherming, omdat zij bang was dat haar ex-vriend haar iets zou aandoen. Wij hebben haar als politie die bescherming onvoldoende geboden. Haar overlijden heeft ook ons diep geraakt.’
Reactie Openbaar Ministerie
‘De conclusie van de Inspectie is pijnlijk en helder: de aanpak van de stalking van Hümeyra is ernstig tekortgeschoten. Het OM heeft samen met de politie, Veilig Thuis en het betrokken Zorg- en Veiligheidshuis onvoldoende aandacht gehad voor de bescherming van Hümeyra. Het OM is zich hiervan bewust en trekt het zich aan.’
‘Wij willen van deze zaak leren. Het OM is dat aan Hümeyra, haar nabestaanden en de samenleving verplicht. Het OM maakt werk van de maatregelen, zoals ze zijn opgenomen in de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid.’
Meldingen
Uit het rapport blijkt dat Hümeyra gedurende zeven maanden veelvuldig melding maakte bij de politie van stalking door haar ex-vriend Bekir E. Hij was een bekende van politie en justitie.
Ondanks dat E. twee keer werd aangehouden en er tientallen politiemedewerkers met de meldingen van Hümeyra bezig zijn geweest, kwam de informatie van die verschillende meldingen onvoldoende bij elkaar.
Het screeningsinstrument SASH, waarmee een risico-inschatting van de ernst van stalking kan worden gemaakt, was op dat moment nog niet geïmplementeerd in de eenheid Rotterdam. Dit kreeg zijn beslag in 2019. Hierdoor kwam de ernst van Hümeyra’s situatie onvoldoende naar boven.
Geen vast aanspreekpunt
Daar kwam bij dat Hümeyra geen vast aanspreekpunt binnen de politie had, waardoor zij steeds in contact kwam met medewerkers die haar zaak niet kenden en zij telkens opnieuw alles moest uitleggen.
Vissers: ‘Wanneer hoge dreiging wordt vastgesteld en dus sprake is van grote risico’s, dienen er allerlei andere stappen te worden gezet, zowel binnen onze eigen organisatie als bij de ketenpartners. Het slachtoffer krijgt dan binnen de politie direct een contactpersoon en een casusregisseur toegewezen. Echter, mede omdat het SASH-instrument nog niet werd gebruikt, is ook de risico-inschatting en verdere opvolging niet goed verlopen.’
Veiligheid
‘Het afgelopen jaar heeft de politie veel geïnvesteerd om de volledige werkwijze met alle instrumenten binnen haar organisatie te implementeren. Dit proces is zo goed als afgerond. Alles moet in het werk gesteld worden om de veiligheid van het slachtoffer zoveel mogelijk te garanderen. Het is verschrikkelijk dat we daar bij Hümeyra niet in geslaagd zijn.’ zo voegt de politiechef toe.