Onderzoek
De Landelijke Eenheid van de politie startte begin oktober een strafrechtelijk onderzoek met informatie van de AIVD. In een zogenoemd ambtsbericht van de inlichtingendienst stond dat de verdachten de bedoeling hadden om een jihadistische aanslag te plegen. Zij zouden daarbij gebruik willen maken van explosieven en hiervoor een training willen volgen.
Het bewijs tegen de mannen is verkregen door de inzet van politie-infiltranten. Zij waren onmisbaar om zicht te krijgen op de verdachten en hun plannen voor het plegen van een aanslag.
Een zorgvuldig opgezette, grootschalige politieactie onder leiding van het Landelijk Parket leidde maandagmiddag tot de aanhouding van de verdachten. Een van hen werd aangehouden op straat in Den Haag, de ander in zijn woning in Zoetermeer. De aanhoudingen zijn gedaan door een antiterrorisme eenheid van de Dienst Speciale Interventies (DSI).
Bij de verdachten werden geen vuurwapens of explosieven aangetroffen, maar wel werden er in een verborgen ruimte een werpbijl, dolk en mobiele telefoon met verschillende simkaarten aangetroffen.
‘Risico op aanslag nog altijd aanwezig’
Het strafrechtelijk onderzoek naar de twee mannen laat zien dat de kans op een aanslag in Nederland nog altijd onverkort aanwezig is. Het optreden van het Openbaar Ministerie en de politie is gericht op het te allen tijde voorkomen van een terroristische aanslag.
De verdachten zijn vandaag verhoord door de politie en worden donderdag voorgeleid aan de rechter-commissaris in Rotterdam.
