Het gerechtshof Den Haag heeft woensdag 27 mei tien jaar gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging opgelegd aan een 35-jarige man die verdacht is van gijzeling, afpersing en verkrachting van een jonge vrouw in Rotterdam. De man werd in 2018 veroordeeld tot twaalf jaar celstraf en tbs, waarna zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie (OM) in hoger beroep gingen.
De gepleegde feiten voltrokken zich op 4 maart 2017. De verdachte volgde een jonge vrouw ’s nachts naar haar woning in Rotterdam. Zodra zij de voordeur opende, kwam de man met geweld de woning binnen en zette een mes op haar keel. Nadat hij haar afperste voor geld, dwong hij haar om haar kleren uit te trekken en mishandelde, bedreigde haar en heeft haar meermaals verkracht.
Op een gegeven moment wist de vrouw de politie in te lichten. Nadat de verdachte zichzelf en de vrouw in een kamer opsloot, ontvluchtte de man via een raam, waarna hij kon worden aangehouden.
Eerder vonnis
De rechtbank veroordeelde verdachte in 2018 tot een gevangenisstraf van twaalf jaar en tbs met dwangverpleging. De officier van justitie had destijds een gevangenisstraf van 21 jaar en 4 maanden geëist. Zowel OM als verdachte zijn tegen die uitspraak in hoger beroep gegaan, onder meer vanwege de hoogte van de opgelegde straf.
Uitspraak gerechtshof
De door het gerechtshof opgelegde gevangenisstraf van tien jaar en tbs is lager dan die van de rechtbank (twaalf jaar) en die de advocaat-generaal had gevraagd (achttien jaar). Dit komt deels doordat in hoger beroep is vastgesteld dat de verdachte een ernstige persoonlijkheidsstoornis heeft. Het Haagse gerechtshof heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is.