Het Openbaar Ministerie in Rotterdam gaat de agenten tegen wie aangifte is gedaan van discriminatie en mishandeling tijdens een aanhouding in het Roel Langerakpark niet vervolgen. Uit onderzoek van het OM is gebleken dat het politiegeweld rechtmatig, noodzakelijk en proportioneel was en dat de politieagenten zich niet discriminerend of racistisch hebben uitgelaten tegen de aangeefsters.
Eén van de aangeefsters heeft op die bewuste zaterdag 30 mei meermalen geen gehoor gegeven aan het bevel van de politie om het park te verlaten. Vervolgens zocht zij zelf actief de confrontatie op door naar de politie toe te lopen, hen stevig te beledigen en meerdere malen met haar vuist te slaan op de hoofden van de agenten.
Het OM concludeert dat er geen sprake was van noodweer door de aangeefster, immers was zij zelf diegene die actief de confrontatie met de politie zocht en niet luisterde naar de aanwijzingen van de agenten. Dit wordt bevestigd door het vele beeldmateriaal van het incident, de processen-verbaal van de in het park aanwezige agenten en getuigen.
De reactie van de agenten na het slaan van aangeefster, waaronder het fixeren op de grond, was volgens het OM noodzakelijk om het gedrag van aangeefster te stoppen.
Ten aanzien van de aangiftes van discriminatie heeft het OM op basis van de beschikbare beelden en verklaringen niet kunnen vaststellen dat de politieagenten zich discriminerend dan wel racistisch hebben uitgelaten noch dat de aangeefsters werden aangesproken vanwege hun huidskleur.