Het Openbaar Ministerie heeft veertien jaar celstraf en tbs geëist tegen de 33-jarige turnleraar Olivier van de G. voor het om het leven brengen van de 14-jarige Esmee. Haar lichaam werd op oudjaarsdag gevonden in een parkje in Leiden.
Het 14-jarige meisje uit Hazerswoude-Rijndijk werd 31 december levenloos aangetroffen tegen een boom in een park in Leiden. Haar turnleraar (destijds 32 jaar oud) werd diezelfde dag nog opgepakt door de politie.
Relatie
De twee gingen al langere tijd met elkaar om. Zo leerden ze elkaar voor het eerst kennen toen Van de G. stage liep op haar basisschool, toen Esmee in groep 8 zat. In verloop van tijd werd het contact intensiever. Uit de zaak blijkt dat Esmee een kwetsbaar jong meisje was en Olivier kampte met seksuele gevoelens voor minderjarigen.
Het contact krijgt op den duur een seksuele aard. Op 30 december hebben de twee ruzie en ‘stoeiden’ ze, zoals vaker zou gebeuren. Hierbij wurgde Olivier de tiener en zou daarna ‘in paniek’ zijn geraakt. Hij ontdoet zich van haar lichaam en probeert alle sporen van haar te wissen. Als Esmee gevonden wordt, stuurt hij zelfs een app-berichtje naar haar telefoon met de vraag of ze iets kan laten weten, omdat hij ongerust is.
Dezelfde dag wordt de man gearresteerd. De politie treft in het verdere onderzoek honderden bestanden met kinderporno aan, en uitgebreid bewijs voor het (seksuele) contact met Esmee.
Strafeis
De officier van justitie zegt dat Olivier van de G. schuldig is aan doodslag, het wegvoeren van haar lichaam, ontucht en het bezit van kinderporno. Hiervoor wordt veertien jaar celstraf geëist met tbs (met dwangverpleging). Daarnaast wordt ook een beroepsverbod voor vijf jaar gevraagd.
Het OM denkt niet dat er sprake was van voorbedachte rade, maar dat Olivier handelde uit boosheid en angst voor het uitkomen van de relatie en het beëindigen daarvan.
