Rotterdam – De advocaat van Edwin M., veroordeeld voor het doodrijden van motoragent Arno de Korte uit Capelle aan den IJssel, heeft in hoger beroep gepleit voor een aanzienlijk lagere straf. Hij vraagt om vijf jaar cel en tbs met voorwaarden, in plaats van de eerder opgelegde twaalf jaar cel en tbs met dwangverpleging. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van doodslag, maar Edwin M.’s advocaat, Jan-Jesse Lieftink, beweert dat het een ongeluk was, veroorzaakt door de psychische problemen van zijn cliënt.
Het tragische incident vond plaats op 7 juli 2021 op de Waalhavenweg in Rotterdam. Edwin M. zag de agent, die hem wenkte om aan de kant te gaan, pas op het laatste moment. Door zijn paniek en PTSS reageerde hij niet goed en remde hij niet. Lieftink benadrukt dat M. die dag niet achter het stuur had mogen zitten vanwege zijn overspannenheid en posttraumatische stressstoornis.
Lieftink voert aan dat Edwin M.’s psychische problemen voortkomen uit eerdere traumatische ervaringen, waaronder een ongeluk in 2015 waarbij een motoragent een arm verloor en een ongeluk in 2020 waarbij een oudere vrouw overleed. Deze trauma’s hebben bijgedragen aan zijn verkeerde inschatting en paniek op de dag van het incident. Volgens zowel het Pieter Baan Centrum als de reclassering zou tbs met voorwaarden voldoende zijn voor M.’s psychische behandeling.
Tijdens de zitting in hoger beroep toonde Edwin M. spijt en berouw, iets wat de rechtbank in eerste instantie miste. Hij las een handgeschreven brief voor waarin hij verantwoordelijkheid nam en zijn medeleven betuigde aan de nabestaanden. Het Openbaar Ministerie blijft echter bij de eis van twaalf jaar cel en tbs met dwangverpleging, omdat zij geloven dat M. de agent opzettelijk heeft overreden. Het gerechtshof in Den Haag doet op 16 juli uitspraak.