De drie Amsterdammers die ervan verdacht worden op 8 april 2019 een handgranaat geplaatst te hebben bij het supportershonk van voetbalclub ADO Den Haag, stonden vandaag voor de rechter. De officier van justitie eiste tegen hen celstraffen tot twee jaar.
Van je vrienden moet je het hebben. Een van de mannen – de 21-jarige chauffeur – gaf toe dat hij die avond ter plekke was geweest met twee mannen. “Maar om veiligheidsredenen kan ik niet zeggen wie dat waren. Ik heb alleen gereden en wist van tevoren niet waarheen en waarom.”
Een van de 18-jarigen praatte wat makkelijker. “Ja, ik was daar die avond met hem. Maar ik heb alleen op de achterbank gezeten. Hij reed en had de bestemming al ingevoerd op de routeplanner toen ik instapte.” De derde beweerde bij hoog en bij laag dat hij überhaupt niet in Den Haag was geweest en een romantisch avondje had met zijn vriendin. “Ik lag dronken en stoned in een hotel langs de A4.”
Maar wat het OM betreft, spreekt het bewijs voor zich. Dinsdagochtend 9 april zag een getuige vanuit zijn raam iets vreemds hangen aan de muur van het supportershome aan de overkant. Hij besloot een kijkje te nemen en zag een kleine, groene bol die met duct-tape aan de muur was geplakt. Daarnaast waren op de muur onder elkaar drie rode X’en geverfd, ook wel bekend als de Andreas-kruizen uit het Amsterdamse stadswapen.
Joegoslavisch
De politie werd gewaarschuwd en die stelde vast dat de groene bol een echte, op scherp staande handgranaat was, zoals die vroeger gebruikt werd door het Joegoslavische leger. Door de harde wind en het gewicht dreigde het ding los te komen en op de grond te vallen. Een levensgevaarlijke situatie die door de Explosieve Opruimingsdienst moest worden opgelost.
De politie startte een onderzoek. Op camerabeelden was te zien hoe maandagavond 8 april rond half elf een zwarte Mercedes stopte bij het supportershonk op het verlaten bedrijventerrein.
Een man stapte uit de auto van de bijrijdersstoel, liep naar de muur en was daar even bezig. Hij stapte daarna weer in de auto die intussen een rondje had gereden. Daarna stapte er vermoedelijk een andere man uit de auto. Ook hij liep naar de muur en was daar even bezig. Vervolgens liep hij terug naar de auto, stapte in achter de bestuurder waarop de auto wegreed.
Spuitbus
De auto bleek op naam te staan van de vader van de 21-jarige Amsterdammer. En was toevallig rond kwart voor elf die avond op de A4 richting Amsterdam gecontroleerd door de politie. Achter het stuur zat de 21-jarige man en naast hem en achterin de andere twee 18-jarige verdachten. Onder de bijrijdersstoel werd een plastic zak aangetroffen met daarin duct-tape en een spuitbus met verf.
Uit de telefoongegevens van de 21-jarige chauffeur blijkt dat hij die avond bij het ADO-stadion is geweest. De politie meent aan hun postuur ook de andere twee verdachten te herkennen op de camerabeelden.
Bovendien waren de twee 18-jarigen ook al in de nacht van 24 februari gecontroleerd in de buurt van het ADO-stadion. Mogelijk hebben ze een ‘voorverkenning’ uitgevoerd die verband hield met het bekladden van het Amsterdamse beeld van De Dokwerker met groen-gele verf twee dagen daarvoor.
Gevaar
De officier is ervan overtuigd dat het deze mannen waren die de handgranaat hebben geplaatst. Zij benadrukte hoe verkeerd dat had kunnen aflopen als niet de oplettende getuige de handgranaat op tijd had gevonden: “Stel dat het in plaats daarvan kinderen waren geweest of dat de granaat van de wand was gewaaid.” Celstraffen zijn dan ook op hun plaats, vond zij.
De officier eiste tegen de twee 18-jarigen 24 maanden cel (waarvan zes maanden voorwaardelijk) en tegen de 21-jarige chauffeur 18 maanden cel (waarvan zes maanden voorwaardelijk). De uitspraak is over twee weken.