Kan Rotterdam de ambitie voor National Park City waarmaken?

Wanneer we denken aan Rotterdam, doemen beelden op van staal, beton, een indrukwekkende skyline en de onophoudelijke bedrijvigheid van de haven. Het is de stad van de wederopbouw, van architectonische durf en van vooruitgang. Maar achter die façade van een metropool groeit een nieuwe, groene ambitie: de visie om van Rotterdam een ‘National Park City’ te maken. Een idee dat de relatie tussen stad, mens en natuur fundamenteel wil veranderen.

Het concept, overgewaaid uit Londen, klinkt wellicht tegenstrijdig. Terwijl de meeste mensen bij het horen van de beste natuurparken van Nederland denken aan uitgestrekte, ongerepte gebieden als de Veluwe of de duinen, zoals blijkt uit een recent onderzoek dat de dichtheid van wandel- en fietsroutes rangschikt, introduceert deze nieuwe beweging een radicaal ander idee.

Rotterdamse ambities en de harde realiteit

De ambitie om ook van Rotterdam een National Park City te maken, wordt door velen omarmd. Het biedt een inspirerend toekomstperspectief voor een gezonde en leefbare havenstad. Toch stuit deze groene droom op de harde realiteit van alledag. De stad kampt, net als de rest van Nederland, met een enorme woningnood en een constante druk op de beperkte ruimte. Stadsecoloog Niels de Zwarte wijst op het pijnlijke dilemma dat hierdoor ontstaat. Zo dreigen volkstuinen, cruciale groene longen voor de omliggende wijken, te moeten wijken voor woningbouw.

Een ander recent voorbeeld is de discussie rondom de nieuwe oeververbinding. Een tunnel zou een nabijgelegen natuurgebied sparen, maar is aanzienlijk duurder dan een brug, die een hap uit datzelfde groen zal nemen. De keuze voor de brug, gedreven door financiële overwegingen, illustreert de constante spanning tussen de lange termijn visie van een groene stad en de korte termijn noodzaak van infrastructuur en budgetten. Het roept de vraag op of de ‘National Park City’-filosofie opgewassen is tegen de dagelijkse praktijk van stedelijke ontwikkeling.

Bewoners als de parkbeheerders

Wat de National Park City-filosofie wezenlijk anders maakt, is dat het geen plan is dat uitsluitend van bovenaf door de gemeente wordt opgelegd. De kern van het succes, zoals te zien in steden als Londen, ligt juist bij de inwoners zelf. De visie rekent op een actieve, bottom-up beweging van Rotterdammers die hun eigen leefomgeving vergroenen.

Het gaat om de bewoner die een geveltuintje aanlegt, de groep vrijwilligers die een lokale singel schoonmaakt, en de ondernemer die zijn dak of gevel laat begroeien. In deze optiek wordt elke inwoner een soort parkbeheerder van zijn eigen straat of buurt.

Een groen toekomstbeeld voor de havenstad

Maar hoe ziet zo’n groene havenstad er dan precies uit in de praktijk? Om die vraag te beantwoorden, hebben partijen als Heijmans en Witteveen+Bos een ambitieus toekomstplan geschetst. Hun strategie steunt op een drietal pijlers die elkaar versterken. Alles begint bij de basis: het versterken van de bestaande ‘groene longen’ van de stad, zoals het Kralingse Bos en het Zuiderpark, tot robuuste ecologische ankers.

De tweede pijler wordt gevormd door ‘groene en blauwe aders’, waarbij infrastructuur wordt omgevormd tot ecologische linten. Tot slot zijn er de ‘ecologische hotspots’: kleinere plekken waar interactie tussen mens en natuur, zoals stadslandbouw, centraal staat.

Hier wordt de toekomst nu al gemaakt

Terwijl de discussie over de visie voortduurt, staat de stad niet stil. Op verschillende plekken wordt al concreet gebouwd aan een groenere toekomst. Het meest in het oog springende project is het Hofbogenpark. Op het twee kilometer lange dak van het voormalige spoorviaduct wordt het langste dakpark van Nederland gerealiseerd, een unieke wandelroute tussen de toppen van de bomen.

Een ander grootschalig project is de aanleg van het Nelson Mandelapark in de Maashaven. Een nu nog industrieel waterbassin in Rotterdam-Zuid wordt hier stap voor stap getransformeerd tot een groen park. Deze projecten maken de abstracte visie tastbaar en zorgen voor reuring en debat in de omliggende wijken, waar bewoners met een mix van hoop en soms ook zorgen de veranderingen volgen.

Waar je de groene stad nu al kunt ervaren

Hoewel we op de voltooiing van deze nieuwe parken nog even moeten wachten, hoeft de Rotterdammer de stad niet uit voor een dosis natuur. De stad herbergt nu al een indrukwekkende hoeveelheid groene oases. Het Kralingse Bos is natuurlijk de bekendste, een volwaardig stadsbos met een grote plas waar volop wordt gewandeld en gerecreëerd. Unieker is het Dakpark in Rotterdam-West, een park op negen meter hoogte met een spectaculair uitzicht op de havens. Voor een meer ruige natuurervaring kun je terecht op het Eiland van Brienenoord, een getijdengebied onder de iconische brug waar je tussen de Schotse Hooglanders kunt wandelen. Deze plekken zijn de voorlopers en het levende bewijs van de groene potentie van de stad.

De weg naar een volwaardige National Park City is lang en vol uitdagingen. Het vereist een fundamentele verandering in hoe we denken over stedelijke ontwikkeling, waarbij groen en water niet als luxe worden gezien, maar als een absolute noodzaak voor een gezonde, klimaatbestendige en leefbare toekomst. De titel is geen doel op zich, maar een krachtig middel om het gesprek te voeren en bewoners te betrekken bij de toekomst van hun eigen, groene havenstad.


Dit artikel wordt u aangeboden door een adverteerder. Het is niet gemaakt onder verantwoordelijkheid van de redactie van deze uitgave. Mocht je ideeën met ons willen delen over deze vorm van adverteren, dan horen wij dat graag. Hierover kun je met ons in gesprek via  Adverteren.


 

- Advertisement -
- Advertentie -

Laatste nieuws

- advertentie -

Meest gelezen

Like ons ook op

9,411FansLike
640VolgersVolg
8,277VolgersVolg