Uit recent onderzoek is gebleken dat het vertrouwen in de politie onder burgers is toegenomen. Juist nu de werkdruk op de politie toegenomen is, is dit een positieve ontwikkeling. Hoewel burgers hun waardering laten blijken, zijn juist de politiemensen zelf kritischer op hun eigen werk. Met name de organisatie wordt kritisch beoordeeld.
De politie doet regelmatig onderzoek naar hoe de samenleving en de eigen medewerkers tegen de politie aankijken. De politie wil dan bijvoorbeeld weten of mensen de politie vertrouwen, of dat vertrouwen toe- of afneemt en waarom, hoe de reputatie is onder groepen in de samenleving en hoe men vindt dat de politie het doet op onderwerpen als integriteit. Van die onderzoeken wil de politie leren, bijvoorbeeld door onze dienstverlening en communicatie te verbeteren, of door gerichte maatregelen te nemen om het vertrouwen in onze organisatie te vergroten. De legitimiteit van de politie staat of valt namelijk bij het vertrouwen dat mensen in ons hebben.
Reputatie onder burgers
Uit de Vertrouwens- en Reputatiemonitor van 2018, waaraan 2.571 burgers meededen, werd aangegeven dat zij een ‘hoog vertrouwen in het karakter en de dienstbaarheid van agenten en politiemedewerkers’ hebben. Met name de moed en de geboden hulp van agenten in noodsituaties wordt hoog aangeschreven. Ondanks de positieve ontwikkelingen blijven er ook verbeterpunten, zoals de zichtbaarheid in de wijk, het serieus nemen van kritiek, de dienstverlening en rechtvaardigheid in optreden.
Politiemensen trots op vak, kritisch op organisatie
Opvallend is dat burgers het vertrouwen dat zij hebben in en de reputatie van de politie hoger lijken te waarderen dan politiemensen zelf. Politiemensen zijn kritischer. Ze zijn trots op het vak, maar kritisch op de organisatie. Moed en behulpzaamheid worden door politiecollega’s als positief beoordeeld. Onderwerpen die lager beoordeeld worden, zijn werkgeverschap, ICT en leiderschap. Uit de monitor blijkt verder dat politiemedewerkers net als burgers zelf ook sterk scoren op resultaat. ‘De politie draagt bij aan een veiliger Nederland’ en ‘De politie beschermt burgers’ scoren hoog onder politiemensen. Tot slot vinden medewerkers dat de politie kritiek meer serieus zou moeten nemen, opener zou moeten zijn voor vragen en zichtbaarder zou moeten zijn in de wijken.
Analyse onderzoeken
De uitkomsten van de Vertrouwens- en Reputatiemonitor 2018 passen binnen de onderzoeken die de politie de afgelopen jaren onder burgers en eigen medewerkers heeft gedaan of laten doen – zie inzet voor een overzicht. De metingen vonden plaats in de context van de cao-onderhandelingen. Dit heeft mogelijk effect gehad op de uitslagen. Toch is de uitkomst goed bruikbaar, aldus de politie. De uitkomsten van dit onderzoek en de eerdere onderzoeken worden door iedere geleding in het korps gebruikt om tussentijds bij te sturen, de dienstverlening verder te optimaliseren en de politie als organisatie steeds verder te verbeteren. De bevindingen en adviezen uit dit soort onderzoeken zijn daarvoor belangrijk en worden serieus genomen. Door er gevolg aan te geven helpen ze ons om een betere politie te worden en onze mensen op een zo goed mogelijk manier te ondersteunen en te helpen bij hun mooie, maar ook vaak moeilijke werk.
Reactie korpschef Akerboom
Korpschef Erik Akerboom is blij met het stijgende vertrouwen van de samenleving in de politie: ‘Het is mooi dat burgers veel vertrouwen in ons hebben. Dat is belangrijk bij de taak waar wij als politie voor staan. Een groot vertrouwen zorgt ervoor dat mensen de politie willen bijstaan in bijvoorbeeld een noodsituatie. Dat ze informatie willen delen, en bereid zijn meldingen en aangiftes doen. Het vertrouwen dat mensen in ons hebben is vooral de verdienste van iedere collega op straat. Zij moeten hun werk met de waardering kunnen doen, die zij verdienen.’
Akerboom wil het vertrouwen van de eigen mensen in de organisatie verbeteren: ‘Onze mensen zelf zijn kritischer. Dat signaal is met alle veranderingen de afgelopen jaren in de organisatie niet nieuw en nemen we serieus. We vragen veel van mensen in een organisatie die soms log is en waarbinnen afstanden nog te groot zijn. Nabijheid, naar elkaar omkijken en de menselijke maat is belangrijk voor de hele leiding binnen de politie, want het moet echt beter. Daar wil ik graag samen met de bonden en de medezeggenschapsraad in voor gaan. Dat doen we onder andere door de afspraken die we hebben gemaakt in de nieuwe cao uit te voeren. Dat moet helpen om bijvoorbeeld de werkdruk te verlagen, loopbaanperspectieven te verbeteren en betere zorg en ondersteuning te verlenen aan collega’s die het moeilijk hebben.’
CAO-afspraken
Bij de uitwerking van alle – meer dan vijftig – afspraken die in de cao staan, werken het korps, de bonden, de COR en het ministerie nauw samen, met een duidelijke focus op vijf thema’s:
- capaciteit en inzetbaarheid
- kwaliteit en loopbaanperspectieven
- veilig en gezond werken en duurzame inzetbaarheid
- rechtspositie
- georganiseerd overleg en arbeidsverhoudingen.
Direct na ondertekening van de cao zijn deze werkgroepen aan de slag gegaan op deze thema’s die met elkaar afspraken hebben gemaakt over de uit te werken onderdelen, de te verwachten resultaten en de planning. Daarnaast hebben de korpsleiding, bonden en COR het Strategisch Beraad opgestart om de uitvoering van de afspraken in de bijlage bij de CAO met de titel “Samen werken aan een betere Politieorganisatie” te bespreken.