Den Haag – Virtuele agent Wout heeft in de eerste maand van een landelijke proef tachtig meldingen van cybercrime ontvangen. Het gaat om meldingen van helpdeskfraude en ransomware (gijzelsoftware).
‘Een mooi begin, steeds meer mensen weten Wout te vinden’, zegt operationeel expert cybercrime Martin Steffens, die meehielp met het ontwikkelen van de virtuele agent. Op 1 oktober startte de politie met de pilot om het communicatiekanaal Wout te testen.
De virtuele agent is een chatbot die deels op kunstmatige intelligentie werkt. ‘Hoe meer meldingen Wout te verwerken krijgt, hoe beter hij zich ontwikkelt,’ aldus Steffens. ‘Deze virtuele agent leert razendsnel en de verwachting is dat hij in de toekomst steeds complexere meldingen aankan en melders op een ‘menselijke’ manier ‘te woord’ zal kunnen staan.’
De politie merkt de laatste jaren dat mensen graag op een andere manier in contact willen komen met de politie dan alleen via telefonie of internet. Voor relatief eenvoudige zaken willen ze gemakkelijk en snel een melding doorgeven.
Smishing
Behalve meldingen van helpdeskfraude en ransomware kwamen er bij Wout in korte tijd ook elf meldingen van Smishing binnen, waarbij criminelen persoonlijke informatie proberen te verkrijgen door middel van een sms-tekstbericht.
‘Wout richt zich in deze pilot officieel nog niet op Smishing, maar de politie heeft na deze meldingspiek toch meteen actie ondernomen door een tweet uit te sturen met een waarschuwing en preventietips,’ vertelt Steffens.
Persoonlijk contact blijft
De pilot loopt nog tot 1 december, daarna wordt gekeken naar een vervolg. Wout is gedurende de proefperiode bereikbaar via www.politie.nl/wout. Mocht Wout de melding toch niet goed kunnen verwerken, dan wordt er automatisch doorgeschakeld naar live chat met een medewerker.
Als de proef met Wout succesvol verloopt, zal dit communicatiekanaal in de toekomst gaan werken naast de andere kanalen die er al zijn om met de politie in contact te komen. Steffens: ‘In bepaalde gevallen zal altijd behoefte blijven bestaan aan persoonlijk contact, dit blijft uiteraard altijd mogelijk.’