Spijkenisse – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft twee jaar celstraf geëist tegen een 33-jarige vrouw, die ervan wordt verdacht opdrachtgever te zijn van een aanslag met een explosief. Aanleiding hiervoor zou een arbeidsconflict zijn.
In de avond van 15 oktober 2024 ging een explosief af in een straat in Spijkenisse. Op beelden van de ringdeurbel is te zien dat een man iets op het raam plakt, wat vervolgens wordt aangestoken. Wat volgt is een ontploffing met twee compleet vernielde ruiten. De glassplinters reiken tot ver in de woning, tot op de bank waar de bewoonster en haar dochter op dat moment zaten.
Twee dagen later worden twee jongens van 16 en 18 jaar aangehouden na een straatroof. Op hun telefoons staan videobeelden van de explosie. De 16-jarige jongen wordt ervan verdacht de ontploffing te hebben veroorzaakt. De 18-jarige jongen is de stiefzoon van de 33-jarige vrouw. Uit chatgesprekken blijkt dat de 18-jarige jongen de explosie laat uitvoeren in opdracht van zijn stiefmoeder. Ook zou de vrouw het explosief hebben gegeven, zo blijkt uit het contact.
Arbeidsconflict
De 33-jarige vrouw heeft een eigen winkel, waar het slachtoffer werkzaam was. Het slachtoffer verklaarde dat zij een arbeidsconflict heeft met de 33-jarige verdachte, omdat zij al lange tijd ziek thuis is. Een andere reden voor een aanslag op haar woning, kan het slachtoffer niet bedenken, omdat zij verder met niemand anders problemen heeft.
‘Absurde reactie’
“Dit is werkelijk waar een absurde reactie op een conflict dat verdachte met haar werkneemster had”, aldus de aanklager tijdens de zitting. “Een Cobra op je raam geplakt krijgen omdat je in de ziektewet zit en je werkgeefster zich daar niet goed tegen verzekerd heeft. Wie verzint zoiets.”
Extra kwalijk is het volgens de officier dat verdachte heeft het vuile werk op laten knappen door twee nog jonge jongens, om zo haar eigen handen schoon te houden. De 16-jarige jongen is inmiddels veroordeeld, de behandeling van de zaak tegen de 18-jarige jongen moet nog plaatsvinden.
Het OM eist een straf van 24 maanden, waarvan zes voorwaardelijk. Het is nog onduidelijk wanneer de rechter uitspraak doet.