In 2020 zijn minder mensen om het leven gekomen door moord of doodslag. Dat zijn er 4 minder dan in 2019. Het aantal slachtoffers onder jongeren is wel toegenomen. Het gaat om 18 mensen in 2020 terwijl het er in 2019 nog 10 waren, blijkt uit cijfers van het CBS.
In 2020 zijn volgens de cijfers van het CBS 77 mannen en 44 vrouwen om het leven gekomen. Opvallend is dat het aantal doden onder jongeren in leeftijd van jonger dan 20 jaar is toegenomen.
De cijfers hebben betrekking op alle moorden die in Nederland hebben plaatsgevonden. Het gaat om mensen die in Nederland woonachtig zijn maar ook personen die in Nederland zijn vermoord maar in het buitenland staan ingeschreven. De cijfers worden gebaseerd op cijfers van onder andere het Openbaar Ministerie en lijkschouwers.
Het verschil tussen moord en doodslag heeft betrekking tot het feit of iemand de tijd had om zich over zijn daad te beraden. Wanneer er bedenktijd is geweest spreekt men van moord. Gebeurd het uit een impuls, bijvoorbeeld tijdens een vechtpartij waarbij iemand wordt neergestoken gaat het om doodslag.
Onder de jongeren wordt ongeveer 14 procent door een ouder om het leven gebracht. Ongeveer 37 procent wordt om het leven gebracht door een kennis of een vriend. In 2020 zijn ruim 600 personen schuldig bevonden aan moord, doodslag of pogingen hiertoe. Ruim 95 procent van de veroordeelden betreft een man. 75 procent is 18 tot 45 jaar en bijna 10 procent is jonger dan 18 jaar. De meeste moorden worden nog in de grootste steden gepleegd. Twaalf personen werden in Amsterdam door moord of doodslag om het leven gebracht. In Rotterdam waren het er 10 en in Den Haag 7 personen.
Het aantal slachtoffers van moord en doodslag in Nederland daalt al jaren. Sinds 2015 ligt dit aantal op gemiddeld 125 slachtoffers per jaar. Bekijk meer op de website van het CBS