Rotterdam – De gemeente Rotterdam heeft vijf nieuwe straten in Charlois vernoemd naar personen die streden tegen slavernij en koloniale overheersing in de voormalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen. Wethouder Bert Wijbenga (Integratie en Samenleven) stemde in met het advies van de straatnamen- en gedenktekenscommissie en de gebiedscommissie Charlois. In 2021 zullen de eerste bewoners hun intrek nemen in hun huis aan de Tulastraat. De andere benoemde straatnamen zijn Thicopad, Janey Tetarypad, Virginia Gaaipad en Bonipad.
Inwoner Simão Miguel stuurde in november 2019 een suggestie naar de straatnamen- en gedenktekencommissie voor het vernoemen van een straat naar Tula. Simão Miguel: “Ik ben blij dat deze straatnamen in zo’n korte tijd zijn benoemd! Er is niet altijd meteen een goede plek voor een nieuwe straatnaam. Het is goed dat het koloniale verleden zichtbaar is in Rotterdam. Niet alleen de kant van de overwinnaars maar ook de kant van de mensen die streden tegen die overheersers. Dat zijn echte helden die verzet leverden. Een inspiratiebron voor iedereen in de stad.”
De straten worden aangelegd voor het nieuwbouwproject ‘In het Zuiderpark’, als onderdeel van de gebiedsontwikkeling Hart van Zuid.
Straatnamen- en gedenktekencommissie
De straatnamen- en gedenktekencommissie van de gemeente Rotterdam adviseert het college over nieuwe straatnamen en het aanvragen van gedenktekens in de openbare ruimte. De stadsarchivaris is voorzitter van de commissie. In de commissie zitten zowel ambtelijke leden als burgerleden en bestaat al sinds 1941. Op de website van het Stadsarchief Rotterdam vindt u meer informatie over de straatnamen van Rotterdam, waaronder de straatnamendatabase. Een suggestie opsturen naar de straatnamen- en gedenktekencommissie kan naar straatnamen@rotterdam.nl.
Lees hieronder verder over de vijf personen naar wie de nieuwe straten zijn vernoemd:
Tula
Tula (geboortejaar onbekend-1795) was de leider van de slavenopstand in 1795 op Curaçao. Hij protesteerde tegen het onrecht dat slaven werd aangedaan en streefde naar vrijheid en gelijkheid. Geïnspireerd door de Franse revolutie, de oprichting van de Bataafse Republiek en de slavenopstand op Saint-Domingue (het huidige Haïti) legden de slaven op 17 augustus 1795 onder aanvoering van Tula hun werk neer en togen ze naar de gouverneur in Willemstad om voor hun vrijheid te pleiten.
Het was het begin van de grootste slavenopstand in de geschiedenis van de Nederlandse Antillen. De opstand werd in september 1795 neergeslagen, waarna Tula en 31 andere slaven op 7 oktober 1795 ter dood werden gebracht. Tula is uitgegroeid tot het symbool van verzet tegen de slavernij op Curaçao en werd in 2010 uitgeroepen tot nationale held van Curaçao. Ieder jaar wordt op 17 augustus, de dag van de vrijheidsstrijd, op Curaçao de opstand herdacht.
Thico
Landslaaf Thico (geboorte- en sterfjaar onbekend) was de woordvoerder van de slavenopstandelingen op Aruba. Geïnspireerd door de slavenopstanden op Curaçao en Saint-Domingue keerde Thico zich in 1795 met ongeveer dertig slaven tegen hun eigenaren. De Nederlandse Commandeur Specht schrijft daarover: ‘… hebbende eene Neeger Thico aan den Staat behorende en aldaar ten dienste van den Commandeur sig seer stoutmoedig en brutaal uytgelaaten, seggende nier meerder te willen dienen, maar vrij te sijn‘. Als straf werd Thico naar Curaçao verscheept, waar hij na enkele maanden opsluiting onverkoopbaar bleek en daarom als sjouwerslaaf in Fort Amsterdam te werk werd gesteld.
Janey Tetary
Janey Tetary (1856-1884) leidde protesten tegen de werkomstandigheden van de Hindoestaanse contractarbeiders in Suriname. In 1880 reisde Tetary alleen als contractarbeider van India naar Suriname. Ze was moslim en in India op jonge leeftijd verstoten door haar man. In Suriname kwam ze in dienst van de plantage ‘Zorg en Hoop’.
Tussen 1873 en 1916 kwamen in Suriname Hindoestaanse arbeidsmigranten tientallen keren in opstand tegen de arbeidsomstandigheden op de plantages waar zij werkten. In 1884 organiseerde Tetary een opstand samen met contractarbeider Ramjanee, waarbij zij streden voor de beloofde betaling en een menswaardig bestaan. De vrouwelijke contractanten namen onder leiding van Tetary volledig deel aan de strijd. Nadat de opstand na twee dagen werd neergeslagen, liet het koloniaal bestuur Tetary en zeven anderen ter dood brengen. In 2017 kreeg Janey Tetary in Paramaribo een standbeeld.
Virginia Gaai
Virginia Dementricia, later Virginia Gaai (1842-1867), was een slaafgemaakte die op Aruba in opstand kwam tegen haar eigenaren. Zij overtrad meermalen de haar opgelegde regels en werd daarvoor elke keer met dwangarbeid gestraft. In 1859 probeerde ze weg te lopen wat mislukte en resulteerde in meer zware arbeid en een celstraf. Snel na haar vrijkomen werd Virginia weer opgepakt en beschuldigd van ‘straatrumoer en verzet tegen de politie’. Ditmaal kreeg ze een lijfstraf. Haar eigenaar verkocht haar in 1860. Virginia werd in 2005 in een driedelig multimedia-kamerscherm vereeuwigd door de Arubaanse kunstenares Vanessa Paulina. Sindsdien wordt zij beschouwd als een symbool van verzet tegen de slavernij op Aruba.
Boni
Boni (1730-1793) werd geboren als de zoon van een weggelopen slavin, die zich had aangesloten bij de Cottica-Marrons. Eenmaal volwassen nam hij het leiderschap van de Cottica-Marrons over. Hij leidde vanuit Fort Boekoe bij Commewijne in Suriname een guerrillaoorlog tegen het Nederlandse koloniale bewind. Bij aanvallen op plantages maakten zij voorraden, gereedschap en wapens buit én bevrijdden zij vrouwen. Toen in 1772 Fort Boekoe werd ingenomen door de koloniale troepen wist Boni samen met een grote groep marrons te ontkomen en gezamenlijk zetten zij de strijd voort vanuit nieuwe forten aan de grens van Frans-Guyana. In 1793 werd Boni verraden en in zijn slaap vermoord.
Foto Monument voor Tula (door Kattiel – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, Koppeling )