Rotterdam – De 26-jarige Rotterdammer die een jaar geleden een agent bewusteloos sloeg toen deze een trouwstoet wilde stoppen, is veroordeeld tot achttien maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Ook moet de man, Shahid B., zich laten behandelen in een klinische instelling voor mensen met gedragsstoornissen en licht verstandelijke handicaps.
Een schok van verontwaardiging ging door Nederland, toen er beelden opdoken van hoe een agent van achteren tegen zijn hoofd werd geslagen, waardoor hij het bewustzijn verloor. De agent wilde een trouwstoet tot stoppen brengen die eerder voor gevaarlijke situaties zorgde in het centrum van Rotterdam.
Na het voorval ging de trouwstoet ervandoor en de verdachte sloeg op de vlucht, zonder zich te bekommeren om de agent. Het slachtoffer heeft door het incident tot op de dag van vandaag last, wat zowel impact had op zijn dagelijks leven, maar ook dat van zijn gezin.
Opsporing
De politie startte direct een groot onderzoek en zette alles op alles om de man te identificeren en te vinden. Op hulp van de andere deelnemers uit de trouwstoet hoefde de politie niet te rekenen. Zij hielden de lippen stijf op elkaar. Uiteindelijk wist het opsporingsteam de mepper te identificeren als Shahid B., broer van de bruid. Het onderzoek leidde naar een woning in Lopik, waar familieleden de man verstopten. Zelfs toen agenten de woning betraden, probeerde hij zich nog tevergeefs onder het bed te verstoppen.
Gezien de pogingen te ontkomen en Shahid’s verleden van geweldsdelicten, zat de verdachte geruime tijd in voorarrest. Na zes maanden werd toch besloten dat de man de rechtszaak verder in vrijheid af mocht wachten, mits hij zich meldde bij de reclassering en hij moest zich houden aan bepaalde voorwaarden, zoals het niet gebruiken van drugs. Deze voorwaarde overtrad hij, waarop hij opnieuw werd aangehouden.
Strafoplegging
Volgens de rechtbank is een gevangenisstraf onontkoombaar. ‘Het slachtoffer en zijn gezin ondervinden hiervan nog steeds de nare gevolgen. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.’ Als strafverzwarende omstandigheid neemt de rechtbank mee dat het slachtoffer een politieagent is die zijn werk aan het uitoefenen was en noemt het gedrag van de verdachte ‘onacceptabel’.
In het voordeel van de verdachte weegt mee dat hij buiten de rechtszaak om zijn excuses aan de agent heeft aangeboden en dat hij op de zitting volledige openheid van zaken heeft gegeven.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk passend. Anders dan door de officier van justitie is gevorderd, legt de rechtbank daarnaast geen TBS met voorwaarden op, maar bijzondere voorwaarden gekoppeld aan een voorwaardelijke straf, zoals ook door de psycholoog is geadviseerd. Daarnaast moet de verdachte aan de agent materiële en immateriële schadevergoedingen betalen.
Uit rapporten en de verklaringen van de deskundigen blijkt dat de verdachte binnen het reguliere zorgtraject niet steeds de juiste hulp heeft gekregen. “De verdachte zat niet op de goede plek, de begeleiding was onvoldoende en er is onvoldoende rekening gehouden met zijn licht verstandelijke beperking.”, aldus justitie. De bijzondere voorwaarden die de verdachte van de rechtbank krijgt opgelegd bestaan onder andere uit de behandeling in een (forensische) klinische instelling en aansluitend een verblijf in een instelling voor begeleid of beschermd wonen en ambulante behandeling.